Paardendierenarts Hilde Schillings
en
Paardendierenarts Birgit Claes
24/7 bereikbaar
+31 6 41 20 71 77
Rhinopneumonie
Rhinopneumonie is het Equine Herpesvirus. Blootstelling aan het virus vindt plaats bij 80-90% van de paarden vóór de leeftijd van 2 jaar. De belangrijkste subtypes zijn EHV-1 en EHV-4. Zoals alle herpesvirusssen kan de infectie latent aanwezig zijn in de 'drager' paarden (d.w.z. dat het paard geen symptomen vertoont, maar toch geïnfecteerd is). Wanneer het paard onder stress staat, kan virus geactiveerd worden.
EHV-1 en EHV-4 veroorzaken meestal geen of niet specifieke respiratoire symptomen zoals koorts, sloomheid, neusvloei en hoesten.
EHV-1 is echter een belangrijke oorzaak van infectieuze abortus tijdens het laatste trimester van de dracht. Ook is het geassocieerd met neurologische symptomen. De ziekte wordt verspreid door direct en indirect contact met neusvloei van besmette paarden. In geval van abortus zijn ook de geaborteerde vrucht en de vruchtvliezen besmettelijk.
Om uw paard te beschermen kunnen we vaccineren tegen 'Rhino'. Op die manier voorkomen we luchtwegaandoeningen, beperken we de verspreiding van het virus en vermijden we het ontstaan van een eventuele abortusstorm.
Een drachtige merrie moet op 5, 7 en 9 maanden dracht gevaccineerd worden om een optimale bescherming te bekomen. Alle andere paarden in de groep dienen elke 6 maanden te worden gevaccineerd.